Als we op scholen, in de docentenkamer of tijdens vergaderingen met elkaar praten over onderwijsvernieuwing (moeten we nou wel of niet vernieuwen en zo ja, hoe en in welke mate), dan zijn er grofweg vijf motieven die de inhoud van het gesprek kunnen bepalen:
Leerpsychologisch motief
Het gaat hier over factoren die het leren van de leerling cognitief en/of motivationeel beïnvloeden.
Arbeidspsychologisch motief
De beleving van onderwijsmedewerkers staat centraal: wil ik dit, kan ik dit, moet ik dit?
Sociaal-maatschappelijk motief
Het betreft de motieven die betrekking hebben op het gebruik van b.v. digitaal instrumentarium bij leren en werken op school enerzijds en het gebruik van die instrumenten in de rest van de samenleving anderzijds.
Bedrijfseconomisch motief
Aan het gebruik van leermiddelen zijn kosten verbonden. Vanuit bedrijfseconomisch perspectief is het zaak die kosten in kaart te brengen en er rekening mee te houden bij het maken van keuzes en het inrichten van de school.
Macro-economisch motief
Nederland Kennisland betekent dat je technologische kennis kunt exporteren. Het onderwijs is de bakermat voor het begrip Nederland Kennisland.
Natuurlijk gaat het soms over het ene motief en dan weer over het andere en ben je als deelnemer aan dit soort gesprekken vanuit het ene motief geneigd wat meer voor te zijn en vanuit het andere motief wat meer tegen. Als dat er maar niet toe leidt, dat je de andere motieven helemaal niet meeweegt in je standpunt. Voor je het weet doe je aan ‘tunnelvisie’, het begin van de zo ongewenste contraproductieve polarisatie.
De wereld ‘gaat digitaal’. Het onderwijs bereidt zich op die omslag voor. Voor de medewerkers in deze branche heeft dat arbeidspsychologisch gezien ingrijpende consequenties, omdat doceren minder centraal komt te staan, digitale informatie belangrijk wordt en in het verlengde daarvan de leerprocesbegeleiding anders vorm gaat krijgen. Een deel van de leerprocesbegeleiding zal worden gerealiseerd met behulp van een digitaal instrumentarium dat veel docenten zich nog eigen moeten maken.
Docenten zouden die verandering van het werk in het ergste geval kunnen beschouwen als een aanslag op hun professionele status, hun identiteit, hun zelfbeeld. Het is de kunst dat schoolorganisaties, de schoolleiders en de onderwijsmedewerkers digitalisering gaan beschouwen als kansen in plaats van bedreigingen. Voorwaar geen sinecure!
(integrale inhoud OVC-link 36 / met dank aan Jos)
27 mrt 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
0 reactie(s):
Een reactie posten