12 mrt 2007

Hoezo, weg met het vmbo?

Dit is op afstand de langste blog die hier is te lezen. Ik reken er op dat je er voor gaat zitten! Al was het maar omdat de tien bekendste uitspraken over het vmbo vaak blijken te berusten op misverstanden. Daarom op een rij: tien keer de feiten.

1. Het vmbo is het afvalputje van het onderwijs.
De overgrote meerderheid van de vmbo'ers ontwikkelt zich tot de broodnodige monteurs/metse laars/ administrateurs van de toekomst. Een op de vijf vmbo'ers is volgens het CBS een 'zorgleerling'. Een deel van hen heeft leer- en gedragsproblemen; onduidelijk is hoe groot deze groep precies is. Voor leerlingen die vroeger naar het speciaal onderwijs gingen, bestaan er vaak aparte scholen. Als het vmbo al een afvalputje is, dan geldt dat maar voor een klein aantal scholen waar alle probleemleerlingen bij elkaar gezet zijn.

2. Vroeger was het beter.
Tien jaar geleden was er brede consensus: er moest iets gebeuren. Mavo-leerlingen begonnen na hun eindexamen in het middelbaar beroepsonderwijs zonder enig idee van de beroepspraktijk. Ze kozen vaak willekeurig een richting, stapten weer over en vielen daarna uit. Een kleine groep ging door naar de havo, maar deed het daar slecht. Vbo'ers verdwaalden helemaal in het mbo.
De kwaliteit van het vroegere vbo en de mavo was nogal wisselend. Vakkenpakketten hingen als los zand aan elkaar. Niet voor alle vakken was er een centraal examen. Vroeger was het op z'n minst even goed of slecht.

3. Dertienjarigen moeten er alles aan doen om het vmbo te vermijden.
Wie begint aan de havo maar daar toch uitvalt, heeft tijd en energie verloren. Want hij of zij moet alsnog naar het vmbo. En dat demotiveert. Bovendien is de arbeidsmarkt voor een mbo-gediplomeerd metselaar bepaald niet slechter dan voor een academisch filosoof. Veel redenen om juist voor het vmbo te kiezen.

4. Het vmbo is veel te theoretisch en te weinig praktijkgericht.
Een vmbo'er kan nog geen hamer vasthouden. De ambachtsschool moet weer worden ingevoerd.
De oude mavo was nog veel theoretischer dan zijn opvolger, de huidige 'theoretische leerweg' van het vmbo. Voor leerlingen die de theoretische vakken niet aankunnen, zijn er overal in het land -juist in reactie op deze kritiek- speciale 'trajecten' in vmbo en middelbaar beroepsonderwijs. Voor leerlingen die echt omkomen in theorie zijn er 'leer-werktrajecten.' Naast het vmbo is er ook nog het praktijkonderwijs.
Wie de ambachtsschool wil herinvoeren, zal vakken moeten schrappen in vmbo-theorie. Dat betekent dat de leerlingen geen maatschappijleer, Nederlands, Engels en dat ene kunstvak krijgen. Na hun eindexamen kunnen ze op hun zestiende weliswaar een hamer vasthouden, maar ze kunnen niet verder leren in het mbo. En zodra hun baan naar een lager-lonenland is geëxporteerd, moeten ze vijftig jaar een uitkering ontvangen. Vmbo'ers kunnen overigens prima een hamer vasthouden. In grote delen van het vmbo krijgen ze juist veel praktijkvakken.

5. De uitval in het vmbo is schrikbarend.
Slechts vijf procent van alle vmbo'ers verlaat de school zonder diploma. Dit komt neer op bijna vijfduizend leerlingen per jaar. Een iets grotere groep begint na het diploma niet aan een nieuwe opleiding. De uitval in het middelbaar en hoger beroepsonderwijs is beduidend hoger. Over alle jaren genomen verlaat jaarlijks een klein percentage leerlingen de school, meldde de inspectie vorig jaar.
Van de vmbo'ers spijbelt 1,3 procent vaak (tegen 0,4 procent van de havo-leerlingen en 0,3 procent van de vwo'ers). Ruim negentig procent spijbelt nooit, meldde de inspectie vorig jaar. Veel vmbo'ers zijn brave borsten.

6. Het vmbo zit vol zwarte achterstandsleerlingen.
In 2002 behoorde 13,5 procent van de vmbo'ers tot de groep 'cumileerlingen', allochtonen waarvoor de school extra geld ontvangt. Het werkelijk percentage 'zwarte' leerlingen ligt hoger, omdat allochtonen die lang in Nederland zijn hiervoor niet meetellen. Het beeld van het 'zwarte' vmbo wordt vooral bepaald door de grote steden, waar het percentage allochtone vmbo'ers 45 is. Landelijk is het vmbo maar een beetje zwart.

7. Het vmbo is een grote, anonieme leerfabriek.
Tegenstanders van het vmbo hebben vaak nog het oude beeld van de 'dorps-lts' in het hoofd. De veilige, kleine school waar iedereen elkaar kent en de leerlingen gewoon opgeleid worden tot timmerman.
Maar een dergelijke school bestaat op veel plaatsen nog gewoon. Alleen hangt er nu niet meer het bordje 'lts' op de voordeur, maar staat er bijvoorbeeld 'regiocollege, afdeling vmbo, sector techniek'. Dit regiocollege heeft ook andere vestigingen, waaronder een havo/vwo-afdeling. Vaak zit de oude mavo hierbij in. De kritiek is daardoor juist eerder dat mavo en beroepsonderwijs nog nauwelijks écht gefuseerd zijn.
De dorps-lts heeft simpelweg te weinig leerlingen om het geavanceerde materiaal in te kopen dat nodig is voor alle specialisaties. Toch blijft het vmbo kleinschalig georganiseerd.

8. Het vmbo is gewelddadig.
Geweldsincidenten komen relatief veel voor op het vmbo. Acht van de tien scholen meldden de inspectie dat er weleens een leraar wordt uitgescholen of bedreigd, een op de zes zegt dat dit regelmatig gebeurt. Toch voelen acht tot negen van de tien leerlingen zich veilig. Slechts een deel van de vmbo'ers gebruikt geweld. Ook hier geldt: de meerderheid is braaf.

9. Het vmbo is een luchtkasteel gebouwd door PvdA'ers.
Het vmbo is bedacht door voormalig staatssecretaris Netelenbos van onderwijs en in 1994 voorbereid door een commissie onder voorzitterschap van voormalig werkgeversvoorman (en CDA-onderwijsminister) Chris van Veen. Saillant detail is dat het kabinet destijds instemde met de plannen in een brief die mede werd ondertekend door toenmalig VVD-minister Jozias van Aartsen. Hij hoort tot degenen die het vmbo nu een 'ramp' noemen. Netelenbos loodsde het vmbo begin 1998 door de Tweede Kamer met VVD-woordvoerder Cornielje als steunpilaar op de grote lijnen. Alle fracties stemden voor. Het vmbo is een paars huis met CDA-fundamenten.

10. Het vmbo heeft een slecht imago.
Deels is dit een mening die in stand blijft doordat hij te pas en te onpas wordt herhaald. Stellingen als 'het vmbo is het afvoerputje van het onderwijs' duiken steeds opnieuw op. Bij een groep ouders bestaat inderdaad angst voor het vmbo. Toch zijn ook zij vaak tevreden over de school van hun kind. Het valt met dat imago dus wel mee.

Jammer dat in het "debat" van vandaag een tekort aan kennis en een teveel aan meningen te horen is....

0 reactie(s):